Welkom bij Vogelwerkgroep ’t Hökske

een vereniging van vrijwilligers die zich inzet voor vogels

en hun leefomgeving in de regio Sevenum en Horst

Birdwatching-day 6 mei 2023 Golfbaan de Golfhorst

 

Zaterdagmorgen, om 06:15 uur staan we klaar voor de eerste vogeltelling/wandeling na corona-tijd. Het aantal deelnemers is mooi: 13 leden van de Golfhorst en 4 mensen van Vogelwerkgroep ’t Hökske. Het belooft een prachtige morgen te worden wat het weer betreft.

Omdat we met zoveel zijn, worden we door Fried in 2 groepen gedeeld. De ene groep gaat links om en de andere gaat rechts om. Beide groepen worden begeleid door een vogelaar-specialist  van de vogelwerkgroep. Wat is het toch een prachtig gezicht als je s’morgens zo vroeg de lichte nevel nog boven de waterplassen ziet hangen op het golfterrein. We horen en zien allerlei soorten vogels en het wordt ons geduldig en perfect uitgelegd door John en Hans-Peter. We zagen dat de torenvalkkast dit jaar ook weer bezet is. Behalve vogels zien we ook veel hazen op de golfbaan. Na ongeveer 2 uur lopen waren we weer terug bij het clubhuis. Hier had Marieke een lekkere traktatie (yoghurt met verse aardbeien en granola) voor ons klaar staan. Onder het genot van koffie/thee hebben we de gegevens van de tellijsten van beide groepen geïnventariseerd en samengevoegd. In totaal hadden we 48 soorten gezien of gehoord, waaronder de wat minder bekende Braamsluiper, Oeverloper, Roodborsttapuit en Zomertortel.  Dit is een mooi resultaat voor onze Golfbaan. Van enkele leden (dames) hoorden we na afloop dat ze voortaan heel anders op de golfbaan gaan spelen. Niet alleen oog voor het spel maar ook aandacht voor de geluiden van de vogels en de kleuren van de natuur.

Zomertortel @Geert Lamers

 

Golfbanen bieden dus een hoge natuurwaarde en een goed leefgebied aan talrijke vogels, insecten, en andere dieren.

Een speciaal “dank je wel” voor John en Hans-Peter, (van de vogelwerkgroep), voor hun begeleiding. Heeft U meer interesse voor vogels? Kijk dan eens op de website van de vereniging Vogelwerkgroep ’t Hökske.

 

Hans Appeldoorn

Jong vogeltje gevonden, wat nu?

Het is normaal dat jonge vogels hun nest verlaten als ze nog niet kunnen vliegen. Ze passen er gewoon niet meer in en leven een paar dagen in een boom of op de grond tot ze wel kunnen vliegen. In die periode zijn de ouders in de buurt, voeren nog wat bij en leren de jongen zelfstandig te worden. In negen van de tien gevallen helpt u het jong dus het allerbest door het met rust te laten. En wees gerust, zelfs als u de oudervogels niet ziet, zijn ze wel in de buurt. Ze zoeken voedsel of zijn zich voor u aan het verstoppen. Er zijn enkele zaken waar je rekening mee moet houden. Als het jong klein en kaal is of alleen wat donsveertjes heeft, hoort hij echt nog op het nest. Doe dit alleen als u zeker weet uit welk nest het diertje kwam en als het er sterk en gezond uitziet. Ziet u het nest en komen de ouders er nog bij? Zet het jong dan voorzichtig maar snel terug, handschoenen dragen is niet nodig. De ouders zullen het jong meestal gewoon verzorgen. Als het jong nog niet kan vliegen, maar wel gewoon veren heeft, moet u het laten zitten en rust gunnen. Als het jong wel veren heeft, maar in gevaar is, omdat het bijvoorbeeld langs een drukke weg zit of in de buurt van een kat, mag u het verplaatsen. Zet het jong dan op een veilige plek, zoals een beschutte tak in een struik, of wat verder de berm in. Zet het niet te ver weg. Het kuiken moet op gehoorafstand blijven, anders kunnen de oudervogels het niet terug vinden. Heeft u zelf een kat? Houd hem dan een paar dagen binnen tot de jonge vogels uit hun meest kwetsbare fase zijn en kunnen vliegen. Of vraag de buren dat te doen. Als een jonge vogel duidelijk ziek of gewond is, belt u de Dierenambulance (Dierenbescherming) via het landelijke meldingsnummer: 144 of Dierenambulance (Dierenlot). Bel de Dierenambulance dus níet als het jong veren heeft en gezond oogt. Het is normaal dat het nog niet kan vliegen. Weet u het niet zeker bel dan ook een van bovenstaande, zij hebben verstand van zaken en weten bijvoorbeeld hoe u een gewonde vogel opvangt tot hulp arriveert. Neem geen vogels mee naar huis om het zelf proberen te redden, meestal leidt dit tot de dood van het dier. Vogels hebben specialistische zorg nodig die u niet kunt bieden, Dierenambulance en Dierenlot weten wel hoe deze zorg geleverd kan worden. Verder verbiedt de wet het en bent u strafbaar als u een jonge vogel mee naar huis neemt. Er zijn uitzonderingen bv gier-, boeren-, en huiszwaluwen, die goed kunnen vliegen zodra ze het nestkommetje uitkomen. Als u die op de grond vindt, is er iets mis en belt u 144. En nog een ander apart geval zijn uilskuikens. Die zijn al op zeer jonge leeftijd mobiel en klauteren in en rond hun nestboom voordat ze er zelfs maar half aan toe lijken. Als u een jonge uil ziet, laat hem dan waar hij is, in zijn maar ook in uw belang. Dichterbij komen kan een fikse aanval van beschermende uilenouders uitlokken.

Bron: Vogelbescherming Nederland.

Jonge merel

Foto @Jan Houwen

Wilt u uw kennis vergroten over vogels of heeft u een vraag? Stuur een mailtje naar info@vogelwerkgroephokske.nl en stel uw vraag of kijk voor informatie over de vogelwerkgroep op de site van de Vogelwerkgroep  www.vogelwerkgroephokske.nl

Tot snel Ton Hagens.

De Huismus, zo gewoon en toch speciaal

Op een Huismus wordt meestal sceptisch gereageerd, och das een gewone flors of floers, joerts, of vul zelf de naam maar in die je er aan geeft. Ze hebben allerlei namen en worden soms als ongedierte beschouwd. Vroeger had menigeen thuis een luchtbuks staan en dan was de mus een leuk doelwit om op te schieten. Meer dan nu hadden ze er destijds ook meer hinder van. Vooral boeren met kippen hadden niet zulke dichte hokken als nu. Dus pikte de mus daar ook graag een graantje mee. Ondanks dat er op gejaagd werd, hebben ze zich over de hele wereld weten te verspreiden. Behalve op Antarctica, komen ze over de hele wereld voor. Van New York tot Melbourne en van Helsinki tot Kaapstad. Zelfs in Moskou weten ze daar de strengste winter te overleven. Dit overleven kunnen ze natuurlijk mede doordat ze altijd in de nabijheid van mensen verblijven. Ze heten niet voor niets wetenschappelijk, Passer Domesticus.. Dat Domesticus staat voor gedomesticeerd, wat wil zeggen tot huisdier gemaakt. Dit is echter nooit gebeurd, niemand heeft ze tam gemaakt, net als een hond, koe of paard. Maar omdat ze altijd in de nabijheid van mensen verblijven, beschouwd men ze min of meer zo. Ze leren precies hoe ze van de mens kunnen profiteren en weten precies waar wat te halen valt. Het zijn overlevers die hun weerga niet kennen. Toch zijn de aantallen in Nederland sinds 1975 ongeveer gehalveerd. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat ze zo goed als niet op trek gaan. Ze blijven meestal binnen een paar honderd meter van de plaats waar ze geboren zijn. Vroeger met de oude daken zonder isolatie konden ze gemakkelijk nesten daaronder maken. Maar tegenwoordig lukt dat niet gemakkelijk en moet men nestgelegenheid creëren. Gemeentes zouden bij bouwplannen hier rekening mee kunnen houden. Toch zijn ze nog altijd nummer een, bij de tuinvogeltelling. Dit heeft uiteraard te maken met hun groot aanpassingsvermogen. Hoe ze eruit zien hoef ik niet te beschrijven, iedereen kent ze wel. Alleen het verschil tussen man en vrouw is dat de mannen een zwarte vlek onder de snavel hebben. Het zijn dan maar gewone mussen, maar ze brengen toch leven in de brouwerij met hun vrolijke gekwetter.

Foto @Geert Custers

Wilt u uw kennis vergroten over vogels of heeft u een vraag? Stuur een mailtje naar info@vogelwerkgroephokske.nl en stel uw vraag of kijk voor informatie over de vogelwerkgroep op de site van de Vogelwerkgroep  www.vogelwerkgroephokske.nl

Tot een volgende keer, Toon Selten.