Welkom bij Vogelwerkgroep ’t Hökske

een vereniging van vrijwilligers die zich inzet voor vogels
en hun leefomgeving in de regio Sevenum en Horst

Open dag bij de Wingerd

Wij zijn ook van de partij!!! Kom naar onze stand en laat je bijpraten over onze activiteiten. Tot dan!

De Koereiger (Bubulcus ibis)

De Koereiger is een kleine witte reigersoort. Hij is oorspronkelijk afkomstig uit Afrika en is een van de zeldzamere reigersoorten in ons land,  de laatste jaren schijnen ze echter in aantal toe te nemen. In Zeeland, Zuid en Noord-Holland en de kop van Overijsel worden koereigers regelmatig aangetroffen.

Maar ook bij ons in Noord-Limburg, rond het kasteel in Geijsteren hebben we enige jaren geleden de hele winter een Koereiger kunnen waarnemen. In Midden-Limburg heeft zich sinds dit jaar een kleine kolonie gevestigd. In een waterrijk gebied waar ook veel Lepelaars en Blauwe reigers broeden bevinden zich ook enkele koereigers. In een nabij gelegen weiland waar koeien grazen kunnen we er soms wel vijf stuks tegelijk tellen. Ze lopen hier letterlijk tussen de koeienpoten door en soms zitten ze er bovenop. Of ze ook tot broeden zijn gekomen is moeilijk vast te stellen omdat het gebied door water omringd en daardoor ontoegankelijk is. Je kunt ze wel vanaf een grote afstand in de toppen van de bomen zien zitten.
Broeden doet hij normaal in Zuid-Frankrijk, Zuid-Spanje,  Marokko en Griekenland.

De Koereiger zit vaak in elkaar gedoken met ingetrokken nek te wachten totdat een kever of kleine hagedis zich beweegt; dan stoot hij behendig toe en pakt zijn prooi.
Hij heeft de gewoonte grazende dieren onder andere koeien, paarden en schapen te volgen die voedsel uit de vegetatie tevoorschijn jagen. Ze lopen soms tussen de poten van de koeien om de insecten op te eten die door de koeienpoten worden opgejaagd. Hier dankt hij waarschijnlijk ook zijn naam ‘Koereiger’ aan. Zijn voedsel bestaat hoofdzakelijk uit insecten zoals sprinkhanen en kevers, maar is behoorlijk variabel: ook visjes, kikkers, wormen, muizen en dergelijke kunnen op het menu staan. Ze foerageren meestal in drogere gebieden, hoewel ze ook wel vee in moerassige gebieden volgen.

Koereigers zijn gewoonlijk zwijgzaam, maar in broedkolonies laten ze soms een hees, krassend geluid horen.
Het glanzende, witte verenkleed krijgt in het broedseizoen meer kleur met hier en daar een oranje tint en de gele snavel wordt donkerder en neigt  meer naar oranje.

In het buitenland broedt hij in eigen kolonies maar in Nederland is zijn nest meestal tussen andere reigernesten te vinden.
In zijn broedgebied nestelt hij vanaf april-mei en heeft meestal een legsel per jaar, maar soms ook twee. Het nest bevindt zich vaak hoog in de bomen, soms tot wel twintig meter hoog, en is gemaakt van riet, takjes en twijgen die door het mannetje worden verzamelt.
Een legsel bestaat meestal uit twee tot vijf eieren die door beide ouders worden uitgebroed. De jonge vogels groeien snel en verlaten vaak het nest al na twee weken, na ongeveer een maand zijn ze vliegvlug en na zes a zeven weken pas volledig onafhankelijk.

Foto@Geert Custers

Het aantal broedende koereigers in ons land is nog zeer gering, in 2019 is een paartje gesignaleerd en in 2023 vijf paar. Het aantal overwinteraars is iets meer, tussen de 5 en13 in 2003-2015, en het aantal doortrekkers tussen 1-100, volgens Sovon (Vogelonderzoek Nederland).
Hoewel hij de laatste jaren in ons land schijnt toe te nemen, komt hij toch nog zeer sporadisch voor en moet je veel geluk hebben om er eentje te zien. Maar wie weet komen er door de klimaatverandering in de verre toekomst meer van deze mooie vogels onze kant op. Onze nationale weidevogels zoals Wulp en Grutto nemen in onze streken al jaren in aantal af, maar misschien wordt dit op den duur gecompenseerd door weer andere soorten die we hier tot dusver nooit zagen.

Tot de volgende keer. Jos Wijnen

Voor aankondiging:1 oktober lezing Oehoe De Wingerd Sevenum

2024 Het jaar van de Huismus

Sovon vogelonderzoek Nederland benoemt elk jaar een vogel tot vogel van het jaar. Dit doen ze niet voor niets, de reden is meestal dat het met de betreffende vogelsoort niet zo goed gaat. Dit jaar is dat de Huismus. Hier buiten het stedelijk gebied zal men zeggen; hier zitten nog florsen of floersen of hoe men ze noemt, genoeg. Toch zijn de aantallen met ongeveer 60% afgenomen. Met name speelt dit in de grote steden, waar de teruggang de laatste jaren steeds erger werd. Gelukkig is men dit gaan inzien en is men maatregelen gaan nemen bij de bouw en inrichting van nieuwbouwplannen. Hierdoor  wordt de achteruitgang wat afgeremd. Ook door acties zoals tegels wippen, zodat er meer bomen en groen komen in de plaats van stenen, wordt hun positie verbeterd.

Huismussen vertoeven graag in de buurt van mensen. Daarom zijn ze bij de een zeer geliefd, om hun gezellig gekwetter en de ander houdt er helemaal niet van, juist vanwege dat gekwetter en hun uitwerpselen. Het zijn bovendien kolonievogels die graag met een 20-tal paartjes bij elkaar vertoeven. Wie ze graag in zijn omgeving ziet en behoudt, moet zorgen voor voldoende groen in de tuin. Ook moet men niet te secuur zijn en elk blaadje dat er valt direct opruimen. mussen houden van een beetje rondscharrelen. Als huisvesting kan men speciale dakpannen aanschaffen waar ze onder kunnen nestelen. Maar men kan zelf ook zogenaamde mussenflats maken. Dit zijn verschillende nestkastjes die aan elkaar zijn verbonden, want ze zitten graag dicht bij elkaar. In plaats van een schutting, een natuurlijke haag planten waar ze in de winter kunnen schuilen. Of een muur van de schuur of het huis met klimplanten laten begroeien.

Foto@Geert Custers

Huismussen eten graag een gevarieerd menu. Iemand die kippen heeft zal kunnen beamen dat ze er als de kippen bij zijn als die gevoerd worden. Aan hun snavels kun je ook zien dat het zaadeters zijn. Maar daarnaast eten ze ook broodkruimels, vetbollen, pinda’s, ja feitelijk bijna alles. De jongen worden gevoerd met insecten en rupsen die ze zelf ook niet versmaden.  Als men enkele voersilo’s in de buurt van een raam hangt, wennen ze daar al gauw aan en kan men de hele dag genieten van deze gezellig kwetterende vogels.

Tot een volgende keer Toon Selten.

De rui bij vogels

Nu al veel vogels gebroed hebben en de jongen hebben groot gebracht heeft het verenkleed dikwijls veel geleden. Vooral de holenbroeders onder de vogels hebben zich steeds weer door de ingang moeten wurmen en dat komt het verenkleed niet ten goede. Vooral voor de vogels die dadelijk weer op trek moeten naar het zuiden is een goed verenpak van levensbelang. Daarom zorgen ze voordat ze vertrekken dat dit achter de rug is dus ruien ze in de zomer. Maar ook voor de vogels die hier blijven is dit van groot belang want hier staat de winter voor de deur. Het is dan ook van het grootste belang om het verenkleed in topconditie te hebben om de kou te kunnen weren. Ook heeft deze tijd van het jaar het voordeel dat er nog genoeg blad aan de bomen zit om zich tijdens de rui te kunnen verschuilen voor roofdieren. Tevens is er nog een overvloed aan voedsel in deze tijd, wat ze nodig hebben voor de opbouw van het verenkleed. Vooral eiwitten zijn daarvoor noodzakelijk.

Foto Merel Bron: Nature Today

De meeste vogels kunnen tijdens de rui nog vliegen. Bij watervogels ruien echter de slagpennen in een keer zodat deze tijdelijk het vliegvermogen missen. De vrouwelijke eenden hebben een goede schutkleur die ze nodig hebben tijdens het broeden. De mannetjes daarentegen vallen met hun mooie kleuren erg op, wat gevaarlijk is met roofdieren in de omgeving. Voordat deze dus gaan ruien, wisselen ze eerst het verenkleed voor een heel eenvoudig verenpak dat veel lijkt op dat van de vrouwtjes eenden. Zodoende vallen ze dan niet op. We noemen dit de eclipsrui of eclipskleed. Pas daarna gaan ze in de slagpenrui. Als ze de nieuwe slagpennen terug hebben komen ook de prachtig gekleurde veren  weer terug. Er zijn ook eenden die het hele jaar vrijwel hetzelfde verenkleed hebben als de vrouwtjes. Deze verzamelen zich in grote groep bij elkaar op zee. Daar zijn ze ook veilig, zoals bijvoorbeeld de Bergeenden. Deze verzamelen zich veel tussen Terschelling en Ameland in de Waddenzee.  Knobbelzwanen verblijven dan in grote getale op de randmeren langs de Flevopolders.

Roofvogels kunnen het zich niet permitteren om tijdelijk niet of niet goed te kunnen vliegen. Ze zouden anders omkomen van de honger. Daarom ruien deze vogels het hele jaar door en worden de slagpennen volgens een systematische volgorde vervangen.  De pinguïns op Antarctica kunnen zich helemaal geen gaten in het dichte verenpak permitteren. Bij deze vogels drukt de nieuwe veer de oude eruit zodat dit ruigat meteen wordt opgevuld.  Er zijn ook vogels die twee keer per jaar ruien. Dit zijn onder andere veel kustvogels, duikers, futen, meeuwen en sterns. Deze hebben een zomerkleed en een winterkleed. Ook wel genoemd broedkleed en niet broedkleed. Wij kennen het in onze omgeving vooral van de Kokmeeuw. In de zomer hebben ze chocoladebruine koppen, maar in het winterkleed zijn het maar een paar vlekjes, we noemen dat dikwijls koptelefoontjes.

Jonge vogels die uitgekomen zijn ruien diverse keren. Ze beginnen in het donskleed. Vandaar ruien ze naar het eerste verenkleed. Dit noemen we het jeugdkleed. Daarna volgt het volwassenenkleed. Dit geldt voornamelijk voor zangvogels.

Er zijn ook een aantal vogels dat er drie tot vier jaar overdoen voordat ze het volwassenenkleed bereikt hebben. In het bijzonder is dit het geval bij een aantal eenden, maar vooral ook bij de grote meeuwensoorten als bijvoorbeeld de Zilvermeeuwen en Mantelmeeuwen. Hier spreekt men dan van 1e, 2e of 3e  jaars kleed. Vooral bij deze soorten kan het determineren van de vogels tot verwarring leiden. Tijdens de rui zijn de vogels kwetsbaar daarom zal men ze dan ook niet of nauwelijks horen zingen. Ze communiceren dan met elkaar via roepjes.

Tot een volgende keer Toon Selten.

Infodag vogelwerkgroep ’t Hökske gezellig druk.

 

Het was een gezellige drukte tijdens de infodag op 24 maart in de Wingerd in Sevenum. Vanaf de start om 11 uur bleef het lekker aan het lopen tijdens de infodag die de vogelwerkgroep ’t Hökske georganiseerd had.

In twee zalen konden geïnteresseerden informatie krijgen over de vogelwerkgroep en haar activiteiten. Een van zalen was voorzien van standjes met nestkasten, fotocollages en informatie materiaal over onze projecten. Hier kon men onder het genot van koffie of thee en voor de kinderen fris rustig rondkijken. De aanwezige leden gaven tekst en uitleg over al onze projecten en gaven zij antwoord op vragen van de bezoekers. Tevens kon men hier meedoen met de prijsvraag “hoeveel duiven vliegen er in de lucht”. Tijdens trektellen, het tellen van overvliegende vogels tijdens de vogeltrek in de Mariapeel, was er een mooie foto gemaakt. Aan de hand van deze foto konden de bezoekers een gok doen naar het aantal duiven wat er op de foto stond. Ruim 30 bezoekers deden een gok en de winnaar is geworden Gon Gruintjes met 377 aantal duiven. Gon was blij verrast met het mooie vogelboek en wij wensen Gon er veel plezier mee.

De kinderen konden zich vermaken met spellen en het inkleuren van vogelteken platen. Ook hier waren er prijzen te winnen, Vekx Reacq heeft de prijs gewonnen tot 3 jaar. Vekx kan nu samen met de familie het natuur memory spel spelen. In de categorie  tot 8 jaar was Jurre van Leeuwen de prijswinnaar. Hij was, via zijn moeder, op de hoogte gebracht dat hij gewonnen had. Toen de prijs werd overhandigd stond hij enthousiast bij de voordeur te wachten tot het zover was. Ook Jurre kan met zijn familie met een vogelmemoryspel de kennis ophalen over vogels. Misschien zit er wel een nieuwe Freek Vonk bij.

In de tweede zaal konden de bezoekers aan de hand van een viertal presentaties kennis maken met onze projecten zoals onder andere nestkastcontrole Gelderheide, Broed Monitoring Project maar ook over onze uilenprojecten. Deze presentaties werden zo goed bezocht dat er stoelen bij moesten. Rond de klok van 17 uur was alles weer opgeruimd en konden de leden uitrusten in het café onder het genot van een biertje. Al met al een mooie geslaagde dag. Infodag vogelwerkgroep! Voor herhaling vatbaar!

Voor een foto impressie ga naar onze website. www.vogelwerkgroephokske.nl

N.B. Wil je jouw kennis vergroten over vogels of heb je een vraag? Stuur een mailtje naar info@vogelwerkgroephokske.nl en we helpen je graag verder.